Vervoersdiensten in onderaanneming vanaf 01.04.2022 niet langer vrij van btw
De uitvoer van goederen vanuit België of vanuit een andere EU-lidstaat naar een plaats buiten de EU is vrijgesteld van btw.

De uitvoer van goederen vanuit België of vanuit een andere EU-lidstaat naar een plaats buiten de EU is vrijgesteld van btw. Ook de diensten die rechtstreeks verband houden met zulke uitvoer is niet onderhevig aan btw. Het gaat daarbij o.m. om het vervoer van goederen, laden en lossen, en het opbergen en bewaren van de goederen. Het is van belang dat de dienst verricht wordt met het oog op de uitvoer of m.a.w. om de uitvoer voor te bereiden en/of mogelijk te maken.
Uit een arrest van het Hof van Justitie (C-288/16, 29.06.2016) blijkt dat, opdat een vervoersdienst rechtstreeks verband houdt met de uitvoer van goederen, vereist is dat die vervoersdienst rechtstreeks voor de uitvoerder of de ontvanger van de goederen verricht wordt. Dat impliceert dat de btw-vrijstelling slechts toegepast kan worden in de verhouding tussen enerzijds de dienstverrichter en anderzijds de afzender of de ontvanger van de goederen. Bij onderaanneming is dat volgens het Europees Hof van Justitie dus niet mogelijk. Als de dienstverrichter een beroep doet op een onderaannemer, dan mag die onderaannemer de btw-vrijstelling niet toepassen. De Btw-Administratie volgt die zienswijze. Concreet zal vanaf 1 april 2022 de toepassing van de btw-vrijstelling niet meer mogelijk zijn voor een vervoersdienst verricht door een onderaannemer (circulaire 2021/C/96 met addendum circulaire 2021/C/101). Voor de andere diensten die samenhangen met uitvoer wijzigt er evenwel niets.